Varkenshouders en pluimveehouders die deelnamen aan de POR-regeling zullen dierrechten moeten kopen. Er komt geen ontheffing van het uitbreidingsverbod, ofwel geen verlenging van de POR-regeling. Dat is het definitieve oordeel van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), waartegen geen beroep meer mogelijk is.
De varkenshouders en pluimveehouders die deelnamen aan de POR-regeling - Regeling Ontheffing Productierechten Meststoffenwet - mochten hun bedrijf uitbreiden, waarbij ze maar voor de helft van de uitbreiding varkensrechten hoefden aan te kopen. Voorwaarde was daarbij wel dat ze alle mest van het bedrijf zouden verwerken en buiten Nederland afzetten. Het was wel bekend dat het een tijdelijke regeling zou zijn en de verwachting was dat er na afloop van de regeling geen varkensrechten meer zouden zijn.
Ondernemerskeuze
Deze verwachting dat er geen varkensrechten meer nodig zouden zijn, is nu volgens het College van Beroep niet terecht. De looptijd van de POR-regeling en de einddatum waren vooraf bekend, is de redenatie. De keuze om aan de regeling deel te nemen, is een ondernemerskeuze.
Daarbij wegen de financiële nadelen voor de veehouders naar het oordeel van het CBb minder zwaar dan het beheersen en beperken van de mestproductie in Nederland en het behouden van de derogatie.