De brongerichte aanpak van emissie in de varkensstal is (naast de sanering van bedrijven) een speerpunt in het Hoofdlijnenakkoord over de warme sanering van de varkenssector. Het Rijk stelt 40 miljoen euro beschikbaar voor brongerichte emissiereducerende middelen. Vanuit de Coalitie ViVa komt ook 40 miljoen aan middelen beschikbaar.
Met alleen sanering van bedrijven in overlastsituaties is de transitie naar een duurzame varkenshouderijketen die maatschappelijk geaccepteerd en gewaardeerd wordt niet klaar. Daartoe is er ook een omslag nodig naar integraal duurzame en emissiearme systemen, schrijft minister Carola Schouten aan de Tweede Kamer. Er moeten systemen komen waarbij de schadelijke emissie uit stallen (ammoniak, methaan, geur en fijnstof) brongericht en preventief worden aangepakt. De minister wil de ontwikkeling van dergelijke systemen dan ook actief stimuleren. Daartoe komt er 40 miljoen euro vanuit het Rijk beschikbaar.
Ontwikkeling ondersteunen
Ook de Coalitie ViVa ondersteunt deze ontwikkeling met 40 miljoen euro. De Coalitie neemt het initiatief voor een meerjarig innovatie- en een versnellingsprogramma voor de brongerichte verduurzaming van varkensstallen (Stal van de Toekomst) als uitwerking van het Actieplan vitalisering varkenshouderij. Daarbij wil de Coalitie ViVa wel dat de middelen breder ingezet kunnen worden, meldt voorzitter Uri Rosenthal. “Er moet ook geld naar mestverwerking en mestverwaarding. Dat is momenteel de grootste kostenpost voor de varkenshouders. Daar moet echt een oplossing voor komen.”
Deze middelen kunnen op verschillende manieren beschikbaar worden gesteld: via stimuleringsregelingen of bijvoorbeeld via een revolverend fonds (het geld beschikbaar stellen in de vorm van leningen en/of garantstellingen). Ook vanuit de provincies worden bijdragen verwacht.
Kritisch kijken
De Coalitie ViVa zal kritisch kijken naar de besteding van de middelen. Rosenthal: “Het geld dat beschikbaar komt voor innovatie moet ook zoveel als mogelijk terecht komen in de sector, zodat het zo snel mogelijk effect heeft en resulteert in een vitale sector en keten.”