Ons hoofd research en geneticus Egbert Knol sprak laatst op het wetenschappelijk symposium EAAP over de toekomst van de varkensfokkerij. Hij had het over een droom of doelstelling van een productie van vijf ton vlees per zeug per jaar. Vijf ton vlees betekent 38 afgeleverde vleesvarkens van een gewicht van ongeveer 130 kilo.
Bij dit soort voorspellingen denk ik altijd terug aan mijn carrièrestart in de varkenssector, alweer 18 jaar geleden. Toen sprak men van een doel van 30 gespeende biggen per zeug jaar en werd hierover gelachen of zelfs gemopperd. En nu worden links en rechts op steeds meer bedrijven 33, 34 en zelfs al 35 biggen gespeend. Kortom anno 2016 zeg ik dat het zeker tot de mogelijkheden zal behoren om vijf ton per zeug per jaar te realiseren. Een droom dus voor de geneticus, maar ook een missie om dit op een zo verantwoordelijke en gebalanceerde wijze mogelijk te maken.
In mijn optiek is er samenwerking nodig om het doel van vijf ton te halen. Ik baseer dat mede op wat ik leerde op een onlangs gehouden seminar georganiseerd door DSM. Doel van dit seminar was onder andere fokkerij, voeding en humane gezondheidszorg samen te brengen. Welke ontwikkelingen zijn er? Welke kennis is beschikbaar? Wat weten wij nu wel en niet als het gaat over darmgezondheid? Wat zijn de werkelijke behoeften aan vitaminen en mineralen? Hoe veranderen dieren in de komende tijd?
Op het symposium waren dus ook sprekers uitgenodigd vanuit de humane gezondheidszorg. Zij spraken over darmgezondheid bij mensen en de mogelijkheden om deze te verbeteren en zo te werken aan een betere gezondheid. Informatie die misschien wel te gebruiken is in onze sector. Sprekers van Wageningen Universiteit hadden het over de al opgedane kennis op vlak van het functioneren van het verteringsstelsel van het varken op celniveau. Aan het einde van een aantal zeer interessante lezingen werd door een spreker ook nog stilgestaan bij benutting van vitaminen en mineralen.
Bij de verhalen werd de invloed van genetica en de mogelijke verbanden met fokwaarden en erfelijkheid niet of nauwelijks meegenomen of waren ze waren niet bekend. Tijdens de evaluatie kwam dan ook als zeer belangrijk punt naar voren omdat de vooruitgang in fokkerij snel gaat en omdat de behoeften van de varkens door fokkerij veranderen is het nodig is om voer te maken dat afgestemd is op de specifieke behoeften van de betreffende genetica. Ofwel de benutting van nutriënten verbetert als bekend is welke genetica gevoerd dient te worden. Kennis delen is daarvoor een belangrijke sleutel.
Mijn gecombineerde conclusie van het verhaal van mijn collega Egbert Knol op EAAP 2016 en van wat ik van het symposium mee naar huis heb genomen is dat gescheiden onderzoek zonder alle voor handen zijnde kennis te gebruiken en met een separate relatief kleine budgetten, nooit zal leiden tot een productie van vijf ton per zeug.
Kortom willen wij als Nederland het kennisland van de wereld blijven en de innovatie hoog in het vaandel houden zullen wij als ketenpartners hand in hand verder moeten om dit te realiseren. Begin vandaag!
Chris Opschoor
Adviseur keten/voeding Topigs Norsvin