Bij het stoppen met een bedrijf komt vroeg of laat de fiscus langs om af te rekenen over de stakingswinst. Een fiscale toets vooraf helpt om tijdig inzicht te krijgen in de omvang van de claim. Hierbij zijn de stille reserves, de FOR en desinvesteringen de belangrijkste aandachtspunten.
Stille reserves
De stille reserves zijn het verschil tussen de boekwaarde op de balans en de marktwaarde. Over deze stille reserves heft de fiscus 47 procent belasting. De meeste stille reserves zitten in de gebouwen en de varkensrechten. Over de actuele waarde wil nog wel eens discussie ontstaan met de fiscus. Zowel de waarde van de gebouwen als rechten staan momenteel onder druk. Zorg dus voor een actuele taxatie en kijk goed of er wordt getaxeerd tegen de waarde economisch verkeer (WEV) of tegen waarde agrarische bedrijfsuitoefening (WEVAB). Welke het meest aantrekkelijk is, hangt van de individuele situatie af.
De boekwaarde is sterk afhankelijk van de afschrijvingen. Is in het verleden op gebouwen bijvoorbeeld snel afgeschreven, dan is de boekwaarde lager dan gemiddeld. Versneld afschrijven is dus in eerste instantie fiscaal aantrekkelijk, maar kan later bij bedrijfsstaking leiden tot hogere stille reserves.
Een misverstand dat nog wel eens optreedt, is de gedachte dat de schuld die op rechten en gebouwen zit eerst kan worden verrekend, voordat de fiscus aan de beurt is. Dat is niet het geval. De fiscus kijkt puur naar het bezit en de omvang van de stille reserves. De mate van financiering doet er niet toe.
Fiscale Oudedagsreserve (FOR)
Een tweede belangrijk aandachtspunt is de Fiscale Oudedagsreserve (FOR). Een ondernemer kan ieder jaar een deel van zijn inkomen in de FOR stoppen en dit deel fiscaal aftrekken. Bij staking van het bedrijf moet echter alsnog worden afgerekend. De FOR is voor de meeste ondernemers echter een fictief potje. Het geld van de FOR wordt niet daadwerkelijk opzij gezet.
Verrekening verliezen
Bij de bepaling van de stakingswinst is het mogelijk verliezen uit het verleden (tot drie jaar terug) te verrekenen, zodat de uiteindelijke fiscale stakingswinst lager is. Dit is iets anders dan het middelen van winsten over een aantal jaren. Dat kan alleen bij positieve resultaten.
Desinvesteringsbijtelling
Een derde belangrijk aandachtspunt is een eventuele desinvesteringsbijstelling. Is er in de laatste vijf jaar vóór het stoppen door het bedrijf geïnvesteerd onder de MIA- of EIA-regeling, dan is er destijds een fiscaal voordeel genoten door versnelde afschrijving. Bij staking binnen 5 jaar moet een deel van dit fiscale voordeel worden teruggegeven.
Woning privé of zakelijk
De woning van de varkenshouder kan privé of zakelijk zijn. Dat is een beslissing uit het verleden die is terug te vinden op de balans. Wil een stoppende varkenshouder op zijn bedrijf blijven wonen en is de woning zakelijk dan moet de woning overgaan van zakelijk naar privé. Dat betekent dat het een zakelijke levering is met alle bijbehorende fiscale aspecten, waaronder mogelijk een BTW-verrekening. De overgang gaat niet gepaard met liquide middelen, maar er moet vaak wel fiscaal worden afgerekend.